Maar wat wil ik met deze bewering nu zeggen?
Goeie vraag.
Om al een deel van de bewering te kunnen begrijpen ("Alles is psychologie"),
moeten we eerst weten wat bedoeld wordt met 'psychologie'.
In de context van deze bewering reduceer ik de omschrijving van 'psychologie' tot wat in de functieleer, een subdomein van de wetenschappelijke psychologie, bestudeerd en beschreven wordt:
onze waarnemingsvorming
onze selectieve waarneming
interpretaties van waarnemingen,
biases of vertekeningen
verbaliseringen van waargenomen fenomenen en de vervorming van ons geheugen daardoor
selectief geheugen
selectieve toegang tot het geheugen
enz...
Dat is al een hele boterham. Met betrekking tot dit artikel hoef je niet noodzakelijk de wetenschappelijke definities van al deze termen te kennen, wil je grosso modo mijn idee begrijpen.
Het helpt natuurlijk om wat opzoekingswerk te doen, mocht je geen idee hebben wat met deze termen bedoeld wordt.
Via het onderwerp 'tijdsbeleving' wil ik de bewering 'alles is psychologie, maar we lijken slechts toeschouwers van een externe realiteit die we registreren' verder bespreken:
Ga even uit van volgende feitelijke veronderstellingen over onze ervaring van 'tijd':
We leven enkel in het 'nu'
Daarnet bestaat niet meer. Gisteren is uit ons actuele zicht verdwenen. Een seconde geleden is onbestaand.
Er is enkel ons korte termijngeheugen geheugen voor 'een fractie geleden' dat onze waarnemingen daarover, onze fragmentjes waarnemingen vanuit een bepaalde hoek, nog voor even kan bijhouden.
De toekomst, vijf minuten later dan dit moment, bestaat (nog) niet.
De toekomst bestaat in feite nooit. Want eens deze daar is, is deze 'nu'.
Enkel onze fantasie, onze constructies over wat kan gebeuren of wat zal gebeuren heet 'toekomst', onze extrapolaties, gebaseerd op het verleden, bestaan enkel in onze gedachten.
Dat heet 'toekomst'.
Zowel tot onze fantasie als ons geheugen hebben we momentane toegang. Die toegankelijkheid hangt ook af van onze momentane stemmingen. Op momenten van stress, zijn vreugdevolle en passievolle geheugenepisodes ontoegankelijk.
Conclusie: Op basis van ons selectief bijeengepuzzeld verhaal dat we bijhouden in het geheugen over het verleden, vormen we fantasieën over een mogelijke toekomst.
Beiden, verleden en toekomst, bestaan echter niet in het actuele moment.
Het moment waarin we daadwerkelijk leven.
Het actuele moment zelf is een 'interpretatie van een selectie uit waarnemingen vanuit selectief bekeken hoeken in de wereld, waarvan we nog slechts zeer vage beelden in ons geheugen hebben, waar we nog met moeite bijkunnen'.
'De werkelijkheid' wordt dus voortdurend geconstrueerd in onze hersenen, in de hoop dat het de buiten onszelf 'zijnde' werkelijkheid weerspiegeld.
Toch gebeurt deze informatieverwerking, selectie, en inkleuring razendsnel, en op de duur komen ooit geconstrueerde betekenissen zelfs razendsnel voorbewust in ons op naar aanleiding van slechts het zien van stimuli, die we dan gaan interpreteren naar ons voor-oordeel. We gaan ook selectief waarnemen.
Waarnemingillusies, misinterpretaties, denkfouten, enz... liggen constant op de loer. Biases of vertekeningen en geheugenvervorming zijn onze voornaamste kennisvormers.
Als wij als mens individueel op basis van dit voortdurend geknutsel achter de schermen onze kennis over de werkelijkheid moeten zien te vinden, zonder een strenge discipline als wetenschap, of zonder een strenge rationele geest aan te houden, vervallen we zeer snel in 'geloof'. In foute aannames. We menen kabouters te zien of feeën die de planten moeten doen groeien.
Wetenschap is het rationeel alternatief:
Het is geen 'geheel'-verklaring vinden op het moment dat je die nog nergens uit kan afleiden.
Weten hoe iets is en gegeven deze kennis anders kunnen kijken naar hetzelfde. Deze keer met kennis.
Je kijkt nooit meer hetzelfde naar iets wanneer je er inzicht in hebt dan ervoor. Vroeger was een klok voor mij als kleuter een zeer raar machien. Nu kijk ik geheel anders naar eenzelfde klok. Kan ik er zelfs mijn dag of week mee georganiseerd krijgen.
Inzicht en kennis leidt tot emancipatie, terwijl zelf verzinnen leidt tot illusies en zelfbedienende illusies.
Zet daarom een wachter aan je gedachten. Ga streng om met je gedachten en gebruik daarvoor weteschappelijke kennis, bewijsvoering, glasheldere weerlegging en ijzerstrenge wiskundige logica om een idee al dan niet te beoordelen op zijn juistheid.
Logica en bewijsvoering zijn de enige ware middelen tot kennis.
Niet ons associatieve denken.